Nooit te oud om te leren bij Vecht en IJssel

24 april 2018

Marieke volgt een BBL-traject verzorgende IG/maatschappelijke zorg bij Vecht en IJssel.

De tekorten in de zorg zijn bij uitstek regionaal georiënteerd, zo schreven Minister De Jonge en Minister Bruins in het actieprogramma ‘Werken in de Zorg’. Werkgevers, onderwijs en gemeenten zetten zich samen in om deze personeelstekorten op te lossen. Zo ook Vecht en IJssel: een instelling voor ouderenzorg met locaties in Utrecht en IJsselstein. Deze organisatie wordt gekarakteriseerd door veel mogelijkheden in opleiden en ontwikkelen.

Verantwoordelijkheid nemen

“We willen allemaal inlopen op de tekorten, en dat betekent dat we moeten opleiden en onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Er moeten echt meer (zij-)instromers komen”, zo vertelt Corine de Wit, HRM adviseur bij Vecht en IJssel. “Dit kan door mensen enthousiast te maken voor de ouderenzorg. Wij hebben sinds 2017 een BBL-traject verzorgende IG/maatschappelijke zorg op niveau 3. Hierbij geven wij een breed scala aan mensen de kans om deze opleiding te volgen. Je kunt daarbij vallen over leeftijd, maar je kunt iemand van boven de 50 ook zien als iemand die nog vele jaren met hart en ziel voor onze cliënten kan zorgen. Wij gaan met iedereen het gesprek aan.”

Niet lang genoeg

Zo ook Marieke. “Toen ik 17 was wist ik het al: ik wil de zorg in. Ik solliciteerde direct, maar werd afgewezen: je moest toen nog minstens 1.60 meter lang zijn. Ik ben 1.56 en moest dus wat anders gaan zoeken”, vertelt Marieke. Ze is in de horeca gaan werken en was ook nog een tijd receptioniste. Tot vorig jaar: plotseling ontslag. “Toen dacht ik: wat moet ik nu? Ik was 59 en kreeg overal te horen dat ik te oud was. Dat wilde ik niet accepteren. Vanuit het UWV werd mijn CV naar Vecht en IJssel gestuurd en ik werd uitgenodigd. Een paar dagen later was ik aangenomen en kon ik de BBL-opleiding VIG/MZ gaan volgen.”

Alle puzzelstukjes op hun plaats

Dat Marieke nu op haar plek zit is duidelijk. Stralend vertelt ze over haar werk op de PG-afdeling: een woongroep voor ouderen met dementie. “Ik vind het geweldig. De cliënten zijn gewoon ontzettend lieve mensen, die opgesloten zitten in hun eigen lijf. Daar hebben ze nooit om gevraagd. Dat ik ze dan warmte kan geven en ze kan helpen: dat is zo bijzonder”. Wat ze anderen mee wil geven? “Je bent nergens te oud voor. En de zorg is zo uniek. Er wordt gelachen, er wordt gehuild. Geen dag is hetzelfde. Zelfs geen uur is het zelfde. Voor mij vallen alle puzzelstukjes op hun plaats”, vertelt Marieke. Het combineren van leren en werken is soms echter best pittig. “We gaan één dag per week naar school. Dat vind ik intensiever dan het werk, zeker omdat ik na zo veel jaar weer moet ‘leren om te leren’. Tegelijk kan ik alles wat ik leer direct inzetten in de praktijk, en dat is heel fijn”.

De kans krijgen

“Mensen moeten gewoon een kans krijgen”, vertelt Corine. “Je ziet het bij iemand als Marieke: zij heeft zo’n passie voor dit werk en verdient de mogelijkheid om het dan ook te gaan doen. Het betekent voor ons ook best wat investering, want we moeten natuurlijk genoeg begeleiding hebben om leerlingen op te kunnen leiden. Tegelijk merk je dat deze medewerkers het ook leuk en verfrissend vinden. Zij kunnen hun kennis weer delen.” Marieke beaamt dit: “Ik mag steeds meer zelfstandig doen, maar het is prettig dat een ervaren medewerker mee kan kijken”. Corine sluit af: “Er ligt genoeg uitdaging en er is veel te doen in de zorg. Het zorghart van mensen als Marieke herinnert je eraan hoe belangrijk het is dat we onze cliënten goede zorg kunnen leveren. En dat kunnen we alleen maar als er ook voldoende en goed opgeleide zorgmedewerkers zijn. Daar zijn we samen verantwoordelijk voor.”