Het verhaal van: Esther, junior-seniortraject verpleegkundigen

18 december 2018

Raak geïnspireerd door het verhaal van Esther en het junior-seniortraject bij het St. Antonius Ziekenhuis.

Junior-seniortraject

Esther werkt als verpleegkundige bij het St. Antonius Ziekenhuis. Ze is in 2017 afgestudeerd, en is daarmee één van de vele jonge mensen die bij het ziekenhuis zijn komen werken. Om nieuwe collega’s een warm welkom te geven en goed te begeleiden bij hun eerste maanden is het ‘junior-seniortraject’ opgezet op haar afdeling.

Kleine momenten, groot verschil

Iedere verpleegkundige die net begint in het werkveld of nog onbekend is binnen ziekenhuisverpleging, krijgt een ‘buddy’ in de vorm van een ervaren seniorverpleegkundige. “Dat vond ik een heel prettig idee”, vertelt Esther. “Ik denk dat iedereen aan het eind van de opleiding wel eens een moment ervaart waarin je je beseft dat je straks zelfstandig moet gaan werken. Een ziekenhuis is dan een hele grote wereld. Om die overgang gemakkelijker te maken, is het heel fijn dat er aan het begin iemand met je meekijkt. Het geeft een veilig gevoel dat je senior collega soms even checkt of het goed met je gaat. Het zijn kleine momentjes die een groot verschil maken.”

Het is nadrukkelijk niet de taak van de seniorverpleegkundige om taken van de nieuwe collega uit handen te nemen. De juniorverpleegkundige wordt door middel van dit traject ingewerkt, om zo uiteindelijk op eigen benen te kunnen staan als seniorverpleegkundige. Dit gebeurt aan de hand van een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP). Persoonlijke groei staat centraal. “Het traject prikkelt mensen om na te denken over hun eigen leerproces. Je verdiept je in jezelf en je persoonlijke ontwikkeling. Mensen voelen zich dan gelijk ook meer gewaardeerd en zien dat er vooruitgang in hun proces zit”, vertelt Esther.

Vertrouwen op je eigen kunnen

Na het traject succesvol afgerond te hebben is Esther inmiddels zelfstandig werkzaam binnen de afdeling als seniorverpleegkundige – en begeleider van een juniorverpleegkundige. “Op een ochtend kreeg een patiënt een allergische reactie. De juniorverpleegkundige die erbij was drukte de noodknop in: je geeft dan aan dat je extra assistentie wilt. Als begeleider heb je soms de neiging om het dan meteen over te nemen. Dat past ook wel bij ons als verpleegkundigen, want we willen graag zorgen”, zegt Esther lachend. “Ik ben er toen echter bewust alleen maar bij gaan staan en heb haar vragen gesteld: hoe gaat het nu met de patiënt? Wat heb je allemaal al gedaan? Wat zou je nog kunnen doen?”.

“Door het niet over te nemen behield zij haar zelfvertrouwen en kwam ze zelf met goede ideeën. Ze voelde zich veilig en kon laten zien wat ze al kon. Het gaat om het uitlokken van leren. Nu heeft zij veel van dit moment geleerd, maar ik zelf ook. Deze situatie leende zich daartoe: de patiënt had milde verschijnselen. Bij acute situaties grijpen we natuurlijk wel in en bespreek je het later na.”

Behoud van nieuwe collega’s

De veiligheid die nieuwe collega’s zo ervaren, lijkt zijn vruchten af te werpen. “Verpleegkundigen die begeleiding hebben gehad vanuit dit traject, werken hier nog steeds. Die zijn dus in ieder geval al een jaar op de afdeling. We hopen hiermee de grote uitstroom van het eerste jaar op te vangen. Van de toekomst kunnen we nog niks zeggen, omdat het traject nog niet zo lang loopt – maar de eerste reacties zijn veelbelovend!”.

Esther geeft aan dat ze een soortgelijk traject zeker aanraadt. “Je zet zo als afdeling een goede verpleegkundige neer die zich prettig en zeker voelt in het werkveld. Daar help je uiteindelijk de hele sector mee, ongeacht of iemand zich uiteindelijk wel of niet aan jouw afdeling of organisatie bindt. Uiteindelijk doen we het toch allemaal samen”.

Heeft uw organisatie ook een inspirerend verhaal om te delen? Laat het ons weten!