Column Irene Vriens (De Koperhorst): Niet zonder elkaar

27 mei 2021

Na 20 jaar neemt Irene Vriens deze maand afscheid als bestuurder van verzorgingshuis De Koperhorst (Amersfoort). De afgelopen 45 jaar heeft ze zich in verschillende functies, verbanden en organisaties – waaronder Utrechtzorg – onvermoeibaar ingezet voor de (ouderen)zorg. In haar afscheidscolumn neemt ze u mee in haar loopbaan, ervaringen en adviezen voor de toekomst.

Arbeidsmarkt ouderenzorg

Na bijna 45 jaar in de ouderenzorg gewerkt te hebben kijk ik daar met een goed gevoel op terug. Vanaf het begin van de jaren 90 jaren had ik al interesse voor alles wat met arbeidsmarkt te maken heeft. Ik ben destijds gestart bij een voorloper van Utrechtzorg in de regio Den Haag. Van 1995 tot 2005 ben ik lid geweest van het college arbeidszaken en heb ik aan de onderhandelingstafel voor de CAO gezeten. Daarnaast zat ik namens de sector V&V (nu VVT) in het bestuur van het sectorfonds voor de verzorgingshuizen, dat later gefuseerd is tot een groot zorg-breed sectorfonds. In 2005 / 2006 is dit grote fonds opgeheven en zijn de regionale clubs (opnieuw) ontstaan. Zo is ook Utrechtzorg in 2007 opgericht. Er was wel een groot verschil: van een paritaire aansturing (werkgevers en werknemers), naar een aansturing van alleen werkgevers.

Een schat aan ervaring in deze mooie sector. Ontwikkeling van goede arbeidsvoorwaarden loopt hierbij als rode draad door mijn loopbaan. Doorgaans geldt als regel: gaat het goed in de economie, dan heeft de zorg het moeilijk. Tegenwoordig is de extra uitdaging van de vergrijzing hierbij gekomen, waardoor er eigenlijk altijd te weinig personeel is. Een groot vraagstuk dat we niet zonder elkaar kunnen aanpakken.

Professionals in hun kracht

Tijdens mijn loopbaan heb ik een mooie professionaliseringsslag in de sector mogen zien. Lange tijd is werken in de zorg alleen een vrouwenberoep geweest, zeker binnen de VVT. Dat tij kentert nu langzaam en dat is goed. Het werken in de (ouderen)zorg – en dan heb ik het niet over verpleegkundigen in het ziekenhuis – is de afgelopen 30 jaar gegroeid naar een professioneel beroep waar je, op welk niveau ook, een opleiding voor nodig hebt.

De professionaliteit, kennis en kunde zijn zodoende in alle niveaus heel erg gegroeid. Het is mooi om te zien dat de drive van zorgmedewerkers, er zijn voor de ander, hierbij nooit verloren is gegaan. Wat je ook doet binnen de zorg: je mag er zijn, en je mag trots zijn op je beroep. Dat is wel eens anders geweest!

Deze toegenomen professionaliteit is ook een gevolg van het feit dat de zorgvraag steeds hoger en complexer wordt. Ouderen worden ouder en aan het einde van hun leven is de vraag naar ondersteuning en begeleiding groot. Moest je 25 jaar geleden nog helemaal gezond zijn om in een verzorgingshuis te mogen wonen en werd daarna alles uit handen genomen, nu moet de zorgvraag heel hoog zijn en proberen we ieder in zijn zelfstandige waarde te laten. Een extra uitdaging die ook zijn gevolgen heeft voor de manier van werken.

Groeien en ontwikkelen

De afgelopen 20 jaar heb ik me als bestuurder van verzorgingshuis De Koperhorst in mogen zetten voor onze bewoners én medewerkers. Het mooie van de ouderenzorg is dat er voor iedereen plaats is en kansen zijn. Van huishoudelijk medewerker en gastvrouw, tot aan gespecialiseerde verzorgenden en verpleegkundigen. Iedereen draagt zijn of haar eigen steentje bij aan het geheel. Dit geeft ook de mogelijkheid om in je werk te kunnen groeien en jezelf via verschillende leerpaden te ontwikkelen. Het mooie van deze tijd is dat we dit samen met het onderwijs doen en er verschillende opleidingspaden en manieren zijn die aansluiten bij ieders leerprofiel.

Het is zo mooi om te zien hoe medewerkers zich kunnen ontwikkelen en trots zijn op wat ze geleerd hebben. Ik heb er veel mooie voorbeelden van gezien. Iedereen kan meer dan hij denkt: het maakt niet uit hoelang je daarover doet. Een leven lang leren houdt je scherp en trots.

Niet zonder elkaar

De samenwerking in de regio en tussen alle sectoren komt steeds meer tot bloei. We kunnen niet zonder elkaar. De tijd van ‘ikke en de rest is niet belangrijk’ is gelukkig voorbij. Mijn advies is dan ook: blijf die samenwerking met elkaar als zorgaanbieders, maar ook met het onderwijs, koesteren en nog meer body geven! Dat is een van de belangrijkste manieren om een goed antwoord te geven op de te verwachten en al ruim aanwezige krapte op de arbeidsmarkt.

Het is mooi om te zien hoe Utrechtzorg zich rond dit thema ontwikkeld heeft. Niet als doorgeefluik van subsidies van VWS, maar als een organisatie waar wij als werkgevers samen optrekken in een zoektocht naar het antwoord op de vraag: hoe kunnen we (potentiële) medewerkers blijven boeien en binden – en zuinig op ze zijn? Misschien zit een deel van het antwoord al verborgen in het gezamenlijk aangaan van die zoektocht.

Ik heb een prachtige, uitdagende en veelzijdige loopbaan mogen hebben. Dank jullie allen voor de samenwerking en onze gezamenlijke tocht naar een professioneel, maar vooral ook menselijk arbeidsklimaat waar er ruimte is voor eenieder. Het ga jullie goed.