Geen instroomlimiet voor opleidingen Verpleegkunde in 2019-2020

26 juni 2018

Voor het collegejaar 2019-2020 laten alle hogescholen in Nederland de numerus fixus voor de bachelor opleiding Verpleegkunde los.

Numerus fixus wordt losgelaten

Voor het collegejaar 2019-2020 laten alle hogescholen in Nederland de numerus fixus voor de bachelor opleiding Verpleegkunde los. Dit in tegenstelling tot studiejaar 2018-2019, waarvoor tien van de zeventien hogescholen een numerus fixus hanteren. Het besluit van de hogescholen volgt na advies van het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV), intensief regionaal overleg en enkele jaren van gecontroleerde groei met een numerus fixus. Dit was nodig om de kwaliteit van de opleiding te kunnen blijven waarborgen. Het besluit betreft alle voltijd, deeltijd en duale hbo-opleidingen Verpleegkunde, met uitzondering van de Hanzehogeschool. Deze hogeschool hanteert alleen voor de voltijd variant een numerus fixus, waarbij de instroom in samenspraak met het werkveld stapsgewijs wordt verhoogd.

Maximale toeloop

Hans Aerts, voorzitter Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV): “Alleen samen met de Nederlandse zorginstellingen kunnen we deze gigantische maatschappelijke opdracht het hoofd bieden. De uitdaging is om de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden, maar ook te voorzien in voldoende stageplaatsen door het werkveld, juist daar waar tot nu toe weinig hbo-verpleegkundigen werken. Door landelijk in 2019-2020 onbeperkt studenten toe te laten tot de opleiding Verpleegkunde faciliteren we een maximale toeloop van toekomstige verpleegkundigen. Het opleiden van verpleegkundigen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het onderwijs, de beroepsgroep en de politiek.”

Regionale actie

De zeventien hogescholen werken samen met zorginstellingen in hun regio voortdurend aan passende oplossingen voor ontwikkelingen in het beroepenveld, zoals in de zogenaamde Regionale Actieplannen Aanpak Tekorten (RAAT). In zeven actielijnen, zoals verhogen opleidingsrendement en vergroten van de opleidingsmogelijkheden, worden activiteiten samengebracht en nieuwe slimme pilots bedacht. Dit alles gericht op meer studenten, zij-instromers die kiezen voor de zorg, een beter imago van het vak verpleegkundige, meer oog voor gezonder werken en meer stageplaatsen door een goede regionale samenwerking tussen onderwijs en het werkveld. Daarbij lopen studenten in toenemende mate stage in andere instellingen dan ziekenhuizen, zoals verpleeghuizen, psychiatrie of wijkverpleging.