In 2020 gaven Utrechtse zorgorganisaties samen 611 miljoen euro uit aan de inhuur van extern personeel. Zo blijkt uit onderzoek naar de kosten van personeel niet in loondienst (PNIL) binnen de provincie Utrecht. Dit is 8,3% meer dan in 2019. Per gerealiseerde euro omzet, wordt in de VVT-branche het meest aan PNIL uitgegeven: van elke euro die binnenkomt, gaat gemiddeld bijna 10 cent naar de inhuur van extern personeel.
Regionale zorgorganisaties en gemeenten maken zich al langer zorgen over de opvallende hoge score op de inzet van personeel niet in loondienst (PNIL) binnen de provincie Utrecht. Aanleiding voor Utrechtzorg om de inzet van PNIL in de provincie samen met onderzoeksbureau Marlyse in kaart te brengen. Dit onderzoek is een vervolg op de analyse die in 2019 is gedaan.
Afvlakking van de groei
Hoewel de kosten vorig jaar opnieuw zijn gestegen, is de stijging in PNIL-kosten minder groot dan in 2019. Vincent Alkemade, directeur-bestuurder van Utrechtzorg, zegt daarover: "Waar we misschien een grotere toename van de PNIL-kosten als gevolg van corona verwachtten, is die deels uitgebleven. Dat heeft mede te maken met projecten die tijdelijk stil zijn gezet. De PNIL-kosten betreffen echter nog altijd een aanzienlijk bedrag."
Daling in de ziekenhuizen en gehandicaptenzorg
De ontwikkeling van de PNIL-kosten over de jaren heen verloopt niet elke branche hetzelfde. De ziekenhuizen laten als enige branche een opvallende daling in hun PNIL-kosten zien: een afname van bijna 10 miljoen euro in de afgelopen twee jaar. Ook in de gehandicaptenzorg lijkt de stijging voor het eerst af te vlakken. In de overige sectoren wordt de stijgende lijn van de afgelopen jaren daarentegen doorgezet, al is de toename van de PNIL-kosten in 2020 dus wel minder sterk.
Aandeel van totale personeelskosten
Zo’n 65 tot 70% van de totale personeelskosten binnen de onderzochte zorgorganisaties betreft lonen en salarissen. De personeelskosten zijn relatief het laagst bij de (academische) ziekenhuizen. Het aandeel personeelskosten in de totale exploitatie ligt op ongeveer 50 tot 60 procent, door hogere investeringen en daarmee gepaard gaande afschrijvingskosten. De VVT kent absoluut en relatief gezien de hoogste uitgaven aan PNIL met 13 procent van de totale personeelskosten. Dit in vergelijking met 7 á 8 procent van de totale personeelskosten in andere branches.
Van werknemer naar zzp
Een deel van de externe inhuur komt voort uit medewerkers die binnen de sector de overstap maken van werken in loondienst naar het zzp-schap. Uit het landelijk uitstroomonderzoek van RegioPlus blijkt dat dit vaker 40-plussers zijn met meer werkervaring, in vergelijking met de medewerkers die opnieuw kiezen voor een baan in loondienst nadat ze bij hun werkgever zijn gestopt. De belangrijkste reden om voor het zzp-schap te kiezen is het hebben van eigen regie en betere keuzemogelijkheden. Daarna volgt het hebben van betere arbeidsvoorwaarden (salaris).
De resultaten van het onderzoek naar de PNIL-kosten onderschrijven de oproep van Utrechtzorg voor meer regionaal werkgeverschap. Zo kunnen professionals die bij meer instellingen willen werken daarin worden gefaciliteerd én behouden voor de zorg in de regio.
Download het volledige onderzoeksrapport hier.